Het Albertinum is in 1932 ontworpen door de architect Eduard Cuypers. Het klooster is vernoemd naar de middeleeuwse, dominicaanse theoloog Albertus Magnus. Het is ontworpen als een burcht met vijf torens waarin volgens hem tot behoud van de massa gebeden en gestreden wordt. Het Albertinum staat dan ook van de weg afgewend en in zichzelf gekeerd, als een geestelijke gemeenschap. Op de begane grond versterken de hoge ramen de sfeer van afzondering. Het klooster diende als dominicaans seminarie, dat aan 140 mensen plaats bood. In het begin van de jaren zestig, toen de Katholieke Universiteit de theologie-opleidingen van de verschillende religieuze orden overnam, werd de theologische faculteit in het Albertinum gevestigd. In 1990 verhuisde de faculteit naar het universiteitsterrein, waarmee het einde van de Dominicanen in het Albertinum in zicht kwam. Walburg bv is sinds 2 januari 1995 eigenaar van het Albertinum. De begraafplaats in het park is eigendom gebleven van de Dominicanen. Tot augustus 1996 hebben de Dominicanen nog gebruik gemaakt van een deel van het Albertinum.
Het ontwerp van de tuin is ook van Architectenbureau Ed. Cuypers. Voor de aanleg van de tuin werd de kweker W. Ebben uit Malden aangetrokken. De door Ebben aangelegde tuin wordt gekarakteriseerd door het voorkomen van zowel slingerende paden en gebogen lanen, als rechte laantjes die georiënteerd zijn op de hoektorens of de symmetrie-as van het gebouw. Hiermee realiseerde Ebben een aanleg in gemengde stijl. Deze dubbele aanpak voerde hij ook door in de vormgeving van enkele andere elementen zoals de geometrische begraafplaats en het sportveld en de landschappelijke vijverpartij en boomgroepen. De verschillende delen van het park werden met elkaar en met het gebouw verbonden door een groot aantal doorzichten.
Het Albertinum (en de bijbehorende tuin) is een rijksmonument
De fontein bij de kapittelzaal werd vroeger gebruikt om de handen te wassen voordat men de kapittelzaal inging. De tekst op de fontein: + PsL:IV + AMPLIVS + LAVA + ME + AB + INIQVITATE + MEA betekent: Psalm 50, Vers 4: Was mij schoon van mijn ongerechtigheid.
In één van de drie achthoeken in de gang vind je gedenkstenen van de paters welke hier gewoond hebben en hier begraven zijn.
Alle deuren van de ruimtes op de begane grond, hebben een bordje met daarop de naam van de huurder. In hele lichte letters staat in het blauw ook vermeld wat de oorspronkelijke functie van deze ruimte is geweest.
De huurvoorwaarden zijn afhankelijk van de locatie in het pand en bestemming van de ruimte. De huurovereenkomst wordt opgesteld volgens ROZ-model. De huurprijzen worden jaarlijks aangepast op basis van het maandprijsindexcijfer volgens de consumentenprijsindex (CPI) reeks CPI alle huishoudens (2000=100), gepubliceerd door het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS). Wanneer er in dit pand aanbod is, kunt u dit op de homepage bij `bedrijfsruimte` terugvinden.
Als door of vanwege verhuurder te verzorgen bijkomende leveringen en diensten komen partijen overeen:
– levering van gas (meting via tussenmeter);
– levering van elektra (meting via tussenmeter);
– aandeel vastrecht en meterhuur gas en elektra;
– serviceabonnement, bediening, storingen verhelpen, keuringskosten en dergelijke van de centrale verwarmingsinstallatie, de warm waterinstallatie,brandblusapparatuur en keukeninstallaties.
– levering ten behoeve van eigen gebruik van huurder van water, daaronder begrepen de kosten van meterhuur en vastrecht.
– gemeenschappelijk verlichting, daaronder begrepen de kosten van armaturen,buizen en lampen.
– glasverzekering van alle beglazing in kozijnen aan de buitenzijde.
– wassen van de ruiten aan de buiten- en binnenzijde van de algemene/gemeenschappelijke ruimten.
– vuilafvoer en alles wat daarvoor nodig is.
– onderhoud van het omliggende terrein.
– schoonhouden en vervanging van de plantenbakken en van de meubileringen, stofferingen in de algemene/gemeenschappelijke ruimten en dienstruimten.
– receptie
– beheer en administratie van leveringen en diensten ad 5% over de bovengenoemde leveringen en diensten.
